Sociale huisvestingsmaatschappijen maken weinig gebruik van voorkooprecht

Sociale huisvestingsmaatschappijen maken slechts in beperkte mate gebruik van het recht op voorkoop van woningen of percelen. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Wonen Freya Van Den Bossche (sp.a) op een parlementaire vraag van partijgenote Michèle Hostekint. In 2008 werd het recht zes keer uitgeoefend, in 2009 negentien keer, in 2010 acht keer, in 2011 en 2012 telkens zeven keer.

Het recht op voorkoop kan onder bepaalde voorwaarden door sociale huisvestingsmaatschappen, gemeenten en OCMW's worden uitgeoefend om woningen of percelen te verwerven teneinde die vervolgens aan te wenden voor de realisatie van sociale huur- of koopwoningen of sociale kavels. Van Den Bossche beschikt niet over gegevens over dergelijke aankopen door gemeenten en OCMW's. 

In de periode 2008-2012 werd het recht op voorkoop 18 keer uitgeoefend in Oost-Vlaanderen, 14 keer in Antwerpen, 8 keer in West-Vlaanderen, 4 keer in Vlaams-Brabant en 3 keer in Limburg. Volgens de minister is er een duidelijk dalende tendens van de uitoefening van het recht op voorkoop sinds de decreetswijziging van 29 februari 2009. Volgens haar kan de nieuwe bepaling, dat dit voorkooprecht niet meer van toepassing is bij aankoop van een eerste en enige woning of bouwgrond, hiervoor de verklaring zijn.