Bouw ziet oneerlijke concurrentie als grootste bedreiging

Oneerlijke concurrentie en druk op de prijzen worden aanzien als de grootste bedreigingen voor de bouw. Dat blijkt uit een enquête bij algemene en ruwbouwaannemers in Vlaanderen door Bouwunie.

Zeven op de tien ondervraagde aannemers noemen oneerlijke concurrentie en de prijzenslag de belangrijkste knelpunten voor de toekomst van hun sector. Nog uit de peiling bij 266 aannemers blijkt dat 2016 een beter jaar voor renovatie wordt dan vorig jaar, terwijl de verwachtingen voor de bouw van nieuwe eengezinswoningen slecht blijven. Voor de bouw van appartementen zijn de verwachtingen wel gunstiger.

Wat de overheidsinvesteringen betreft, verwachten aannemers een stijging van de opdrachten in de sociale woningbouw, scholenbouw en gezondheidsinfrastructuur. In de andere segmenten verwachten aanzienlijk meer aannemers een daling van het aantal opdrachten. Er zijn ook nog altijd weinig aannemers die een toename van het aantal gemeentelijke opdrachten zien. Dat is nochtans traditioneel een erg belangrijke opdrachtgever voor de bouwsector.

Om de oneerlijke concurrentie in de bouwsector tegen te gaan wordt vanaf 1 maart een nieuwe maatregel op tafel gegooid. Tot hiertoe moesten werknemers op werven vanaf 800.000 euro geregistreerd worden. Die grens zakt op 1 maart naar werven vanaf 500.000 euro en zal daarna stapsgewijs verder zakken tot in 2018 alle werknemers op werven geregistreerd worden. De maatregel is onder andere bedoeld om fraude met (buitenlandse) werkkrachten tegen te gaan en wordt gesteund door de Bouwunie.

De verplichte registratie voor iedereen die actief is op een grote werf is van kracht sinds 1 april 2014 en geldt zowel voor werkgevers, werknemers als zelfstandigen. De registratie kan ter plaatse en van op afstand worden uitgevoerd, en kan dagelijks of voor een reeks dagen gedaan worden, al kan de registratie maximaal 31 kalenderdagen op voorhand gebeuren, met de mogelijkheid dat te annuleren als de werknemers uiteindelijk toch niet op de werf worden ingezet.

Het is wel belangrijk dat de registratie moet gebeuren voor de betrokkene start met de werken. Het is aan de hoofdaannemer om de verplichte registratie in zijn contracten met de onderaannemers op te nemen. Doen zij zelf ook verder een beroep op onderaannemers, dan moeten ook zij die melding in hun overeenkomsten opnemen.