vrijdag 21 februari 2014 11:26

“Onderscheid maken tussen discriminatie en een professionele screening”
Uit onderzoek van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding blijkt dat heel wat vastgoedmakelaars ingaan op het verzoek van verhuurders om ‘vreemdelingen’ te weigeren en werklozen te weren. "Dit is geen goed resultaat." Dat zegt Luc Machon, eerste ondervoorzitter van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV), in een reactie op het onderzoek dat discriminatie op de woningmarkt aan het licht brengt. "We zijn tegen discriminatie, maar dat mag niet verhinderen dat makelaars een selectie moeten kunnen maken", reageert de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) op haar beurt.
Mensen van vreemde origine, personen met een laag inkomen en blinden en slechtzienden worden het vaakst gediscrimineerd op de private woningmarkt. Dat blijkt uit een onderzoek van het CGKR. Ook de vastgoedmakelaars komen niet positief uit het onderzoek. Uit de tests blijkt dat 42 procent van hen ingaat op het verzoek van verhuurders om 'vreemdelingen' te weigeren en dat 61 procent van hen ingaat op het verzoek om werklozen te weren. Slechts een kleine groep makelaars weigert uitdrukkelijk om op discriminatieverzoeken in te gaan.
Solvabiliteit
CIB, de beroepsvereniging van de vastgoedmakelaars, keurt elke vorm van discriminatie af, maar wijst erop dat de makelaar ook een handelaar is die niet graag klanten ziet vertrekken. "We mogen de makelaar niet stigmatiseren, het is nog steeds de eigenaar die de vraag stelt", is te horen bij de confederatie. "De voornaamste selectie van een huurder of koper wordt gemaakt op basis van solvabiliteit. Op basis daarvan alle werklozen gaan discrimineren is natuurlijk fout."
Het BIV, het controle-orgaan van de sector, wil bekijken of een opleiding rond antidiscriminatie kan worden opgelegd. Momenteel moeten makelaars elk jaar verplicht tien uur opleiding volgen, maar ze mogen zelf het onderwerp kiezen. "Een makelaar die begint aan zijn stage wordt wel bevraagd over de wetgeving", zegt Luc Machon van het BIV. "Ook bij de proef aan het einde van de stage wordt gepeild naar de kennis van de antidiscriminatiewetten."
(bron: Belga)