woensdag 27 februari 2013 10:45

“Relevantie moeten afgetoetst worden”
De Vlaamse architecten dreigen verstrikt te geraken in een wirwar aan gemeentelijke bouwverordeningen. De Vlaamse architectenorganisatie NAV trekt dinsdag aan de alarmbel en dringt erop aan dat de lokale relevantie van dergelijke verordeningen steeds afgetoetst wordt.
De gemeenten hebben de laatste jaren hun autonomie op het vlak van ruimtelijke ordening stelselmatig zien vergroten. Voordeel is dat er sneller stedenbouwkundige vergunningen kunnen afgeleverd worden, maar er is ook een keerzijde van de medaille, weet de NAV. Er is een inflatie ontstaan van gemeentelijke bouwverordeningen waarvan de zin soms ver te zoeken is.
Consequente wijze
De architectenorganisatie hield een enquête bij zo'n 600 architecten. Daaruit bleek dat een derde de lokale verordeningen overbodig en niet relevant vindt. Als reden verwijzen ze naar de totale willekeur: wat in de ene gemeente moet, is verboden in een andere gemeente. De gemeenten lijken ook zo maar wat te doen. De minimumoppervlaktes voor woongelegenheden worden op alle mogelijke manieren berekend, en waar de minimumhoogte van leefruimtes in Antwerpen 2,60 meter bedraagt, is dat in Blankenberge maar 2,40 meter.
Van de bevraagde architecten vindt 61 procent dat een lokale overheid enkel verordeningen mag uitvaardigen als ze lokaal relevant zijn. Iets meer dan de helft vraagt dat de bestendige deputatie, die de lokale verordeningen moet goedkeuren, dat kritischer zou doen.
De NAV ziet een rol weggelegd voor de Vlaamse overheid en de VVSG om een en ander te stroomlijnen. De organisatie pleit ervoor dat lokale verordeningen telkens op een systematische wijze zouden worden bekendgemaakt en vraagt meer eensgezindheid in het begrippenkader en de meetcodes. De NAV telt meer dan 2.550 aangesloten architecten in Vlaanderen.
(bron: Belga)