Vlaamse regering zet stap in bouwbeperking in overstromingsgevoelige gebieden

De Vlaamse regering heeft vrijdag een nieuwe stap gezet waardoor bouwen in overstromingsgevoelige gebieden beperkt wordt. De regering heeft voor 37 vastgelegde signaalgebieden (gebieden waar bouwplannen in conflict kunnen komen met het water) een vervolgtraject vastgelegd. Die trajecten moeten duidelijk maken of bouwen in die overstromingsgevoelige gebieden al of niet mogelijk blijft en waar er planaanpassingen nodig zijn.

In Vlaanderen zijn een aantal zogenaamde signaalgebieden in kaart gebracht. Dat zijn gebieden die kunnen overstromen, maar waar er ook plannen zijn om bijvoorbeeld woningen of industrie te bouwen.

De regering heeft nu voor 37 signaalgebieden in de bekkens Dender, Bovenschelde, Benedenschelde, Demer, Nete en Maas een "vervolgtraject" vastgelegd. Bedoeling is dat het "waterbergend vermogen" van de betrokken gebieden gewaarborgd blijft.

 

Volgens minister van Leefmilieu Joke Schauvliege moet de ingreep wateroverlast helpen voorkomen en is er voor de betrokken gebieden nood aan duidelijke keuzes. "Waterrobuust bouwen blijft mogelijk waar het risico beheersbaar is. Waar het risico te hoog is, grijpen we planologisch in".

Minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters zegt dat het nodig is om bebouwing in overstromingsgevoelige gebieden te beperken. "Dat kan door strengere voorschriften en richtlijnen. Soms zal een herbestemming nodig zijn. Over het gros van de gebieden bestaat een volledige consensus over de aanpak. Waar dat (nog) niet het geval is, organiseert de gouverneur overleg".