Woningprijzen in Vlaanderen niet te duur

De woningprijzen in Vlaanderen zijn niet te duur. Dat blijkt vrijdag uit een onderzoek van de KU Leuven en het netwerk van vastgoedmakelaars ERA. Niet alleen zijn de prijzen van woningen tussen 2005 en 2013 niet overdreven gestegen, maar kregen kopers vooral meer waar voor hun geld.

In mei nog zei de Oeso, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, dat de Belgische huizenmarkt de meest overgewaardeerde ter wereld is. Het onderzoek van de KU Leuven en ERA lijkt dat nu tegen te spreken. Ten minste voor de Vlaamse woningmarkt, want de KU Leuven beschikt enkel over representatieve cijfers voor Vlaanderen.

Het verschil met andere onderzoeken, zoals bijvoorbeeld dat van de Oeso, schuilt in het grote aantal factoren dat in kaart werd gebracht. De KU Leuven kreeg van ERA inzage in ruim 33.000 transacties van de voorbije 8 jaar, waarvan 28.000 in Vlaanderen. Belangrijk daarbij is dat niet enkel rekening gehouden werd met de prijzen per woningtype. In de publicaties van de FOD Economie en het notariaat, waarop zowat alle statistieken gebaseerd zijn, is dat wel het geval. De onderzoekers konden dankzij de cijfers van ERA ook andere factoren in kaart brengen als de oppervlakte van de woning, het aantal kamers en badkamers, en het niveau van de afwerking. Daarnaast hielden ze rekening met liggingsfactoren, bijvoorbeeld de afstand tot een autosnelweg.

Hoewel de FOD Economie ervan uitgaat dat de prijzen van huizen in Vlaanderen tussen 2004 en halfweg 2013 stegen met gemiddeld 52 procent, berekende de KU Leuven dat de prijsstijging 38 procent bedroeg. Rekening houdend met 21 procent inflatie in de tijdspanne kwam de prijsstijging uit op 17 procent. Ook bleek dat de kwaliteit van de woningen tegelijk verbeterde. Zo had in 2005 nog 44 procent van de woningen enkele beglazing, terwijl dat eind vorig jaar daalde tot net geen 34 procent. De verkoop van woningen met superisolerend hoogrendementsglas steeg vanuit het niets naar 8 procent.

"De consument die dus een iets hogere prijs moest betalen, kreeg deels een meer kwaliteitsvolle woning in de plaats. Zeker voor wat woonhuizen betreft", concludeert professor Erik Buyst, die samen met doctoraatsstudent Roel Helgers en professor Frank Verboven de cijfers onderzocht.

De onderzoekers stelden bovendien vast dat de prijzen van huizen in het tweede kwartaal van 2013 0,6 procent daalden in vergelijking met het tweede kwartaal een jaar eerder. De prijzen blijven dus niet stijgen.

Volgens professor Buyst dekt ERA geografisch de volledige woningmarkt in Vlaanderen en zijn de cijfers dus representatief. "We deden bovendien een apart onderzoek waarbij we ons beperkten tot de factor prijs per woningtype, en kregen gelijkaardige resultaten als de FOD Economie. Dat bevestigt dat de gegevens representatief zijn." Niettemin geeft Buyst toe dat het een ander verhaal kan worden als de gegevens van Brussel of Wallonië erbij gerekend worden. Of er een vervolgonderzoek komt, is onzeker omdat de KU Leuven daarvoor meer cijfers moet krijgen van ERA.